Het estafettedebat

Kies een thema dat aansluit bij de inhoud van het vak of de lesstof en dat zich leent voor discussie. Dit kan een onderwerp zijn dat al behandeld is, of juist een thema dat verdieping vraagt. Studenten mogen zelf suggesties aandragen, maar de docent kan ook het initiatief nemen. Plaats de stellingen vooraf op een discussieforum, zodat studenten zich kunnen voorbereiden.

De groep studenten wordt gesplitst in een binnen- en buitencirkel. De discussie, over een reeds bestudeerd of ingeleid thema, wordt gevoerd in de ‘binnencirkel’, onder leiding van een gespreksleider (docent of student) aan een gesprekstafel waarvan drie stoelen continu bezet worden door wisselende discussianten.

Zodra een van de discussianten zijn of haar bijdrage heeft geleverd, en/of er te weinig nieuwe gezichtspunten naar voren worden gebracht, kunnen deelnemers uit de buitencirkel een discussiant ‘aftikken’ en diens stoel innemen. Dit kan op eigen initiatief of op uitnodiging van de gespreksleider gebeuren. 

Spreek van tevoren een tijd af en houd deze goed in de gaten. 

Sluit het debat af met een gezamenlijke terugblik. Benoem als docent welke argumenten eruit sprongen en wat je sterk vond aan de manier waarop deze werden onderbouwd. Vat de kern van de discussie samen en nodig studenten uit om hierop te reageren. Stimuleer hen om te benoemen wat ze uit het debat meenemen en hoe ze de inzichten kunnen toepassen binnen het vak.