Een lagerhuisdebat is een gestructureerde debatvorm waarbij twee zijden, de regering en de oppositie, tegenover elkaar staan en argumenten uitwisselen over een specifiek onderwerp. Het doel van een lagerhuisdebat is om een grondige discussie te voeren, verschillende perspectieven te belichten en de argumenten van beide kanten te evalueren. Het debat stimuleert kritisch denken, het ontwikkelen van overtuigingskracht en het versterken van het vermogen om een standpunt effectief te presenteren en te verdedigen.
Het Lagerhuis debat
- Doel van activiteit
-
- Kritisch denken
- Aantal studenten
-
- Medium groep
- Grote groep
- Tijdsduur
-
- < 60 minuten
- > 60 minuten
- Lesfases
-
- Voor de les
- Tijdens de les
- Synchroon
-
- Synchroon
In dit debatvorm leren studenten argumenteren en kritisch luisteren.
Stappenplan
1. Stellingen formuleren
Hier kan je voor twee scenario’s kiezen: studenten schrijven hun eigen stellingen of je werkt als docent met voorbeeldstellingen. De stellingen kunnen naar aanleiding van een (toets)opdracht geformuleerd worden en gebruikt worden ter verdieping op het onderwerp.
Studenten leveren van te voren hun stellingen aan op bijvoorbeeld een forum op Brightspace. Deze kan je van te voren structureren op bijvoorbeeld onderwerp en thema en deze onder de studenten te verdelen. Doordat studenten vantevoren de stellingen zien hebben zij tijd om alvast na te denken en wellicht wat onderzoek te doen.
Kies een prikkelende stelling die aansluit bij het huidige thema en de belevingswereld van de student. Zorg in ieder geval dat het een reactie oproept. Denk bijvoorbeeld aan:
‘Als mensen in armoede terecht komen is dat grotendeels hun eigen schuld’
‘Benzine auto’s moeten verboden worden’
etc…
2. Deel de groep in twee partijen
Selecteer een aantal stellingen of laat de groep er een aantal kiezen.
Zet studenten in een groep links in de lesruimte en een groep rechts in de ruimte. Spreek af at links voor de stelling is en rechts tegen. Studenten krijgen voor de discussie begint 5 minuten om met elkaar uit te wisselen welke argumenten zij hebben en wat zij in de voorbereiding hebben geconstateerd
3. Benoem een moderator en begin
Besluit of je als docent zelf het debat wil leiden of dat je dit een student wil laten doen. De moderator geeft om en om de groepen de gelegenheid om argumenten te geven, de andere groep kan daarop reageren en met tegenargumenten komen.
Spreek vantevoren een tijd af en hou deze als docent in de gaten. Probeer op tijd te stoppen en hou goed de dynamiek van het debat in de gaten. Valt het stil? Wijs studenten dan op hun voorbereiding.
4. Afsluiting
Sluit het debat af met een applaus. Geef studenten met name terug wat je goed vond en herhaal goede argumenten. Bevraag ook studenten hoe zij het debat hebben ervaren.